De verbindende kracht van een jarige stad
Gouda was jarig en dat hebben we geweten! Na sobere coronajaren kon het weer: samenkomen in alle mogelijke vormen. En dat deden we. Samen vierden we 750 jaar stadsrechten voor ons prachtige Gouda. En alles wat onze stad zo mooi maakt, was aanwezig. We vierden veelkleurigheid, verdraagzaamheid en saamhorigheid.
Die veelkleurigheid, het centrale thema, was overal zichtbaar in de stad en kwam vooral tot leven door de Gouwenaars zelf. Dankzij de inzet van programmamakers, de sponsoren en de honderden vrijwilligers was het feest. In de wijken, op scholen, festivalterreinen, de verzorgingshuizen, met verenigingen en bedrijven: iedereen deed mee.
Want feestvieren is meer dan uitbundige muziek en taart. Feestvieren in Gouda is zorgen dat iedereen mee kan doen. Of je nu van rustige wandelingen of van knallende feesten houdt. Een half jaar lang was er voor ieder wat wils. Georganiseerd voor en door Gouwenaars.
Een ander belangrijk thema ‘Geef Gouda door’ kreeg onverwacht een wel heel mooie vorm. In de finaleweek werd baby Lars geboren in de Korte Akkeren, de 75.000ste inwoner van Gouda. Zoiets valt natuurlijk niet vooraf te bedenken.
In hetzelfde weekend dat Lars geboren is, was er in de stad een finale vol cultuur: verrassend theater, muziek, een projectie uit Japan, de XXL taart en meer. Zelfs de af en toe vallende herfstbuitjes konden de pret niet drukken. Gewapend met regenjassen en paraplu’s ging het feest gewoon door. Een waardige afsluiting van een half jaar vol hoogtepunten en activiteiten, van de koninklijke opening tot pareltjes van projecten die de kracht en veelkleurigheid van Gouda tot leven brachten.
We keken terug en we kijken vooruit om Gouda mooier, inclusiever en duurzamer door te geven. Leunend op onze rijke historie en met aandacht voor de kracht van de stad en de wil om samen te werken. Nagloeiend van de mooie herinneringen aan het feestjaar geven we Gouda door. Daarbij houden we de verbinding die we ervoeren tijdens dit speciale feestjaar vast in de toekomst. Op naar Gouda 800. Geef Gouda door!
Uit dit jaar dateert de oudst bekende overlevering van de naam Gouwe, Gouda, Govda: Iuxta Goldam, wat langs de Gouwe betekent. De vermelding is door Bisschop Andreas van Utrecht, die het kapittel van Oude Munster te Utrecht het recht van ontginning langs deze rivier schenkt, iuxta Goldam.
De veronderstelde interpretatie van de naam Gouda is Gold-a, Gold-ach, wat goudkleurige waterloop betekent. De goudachtige kleur werd door het veen aan het water gegeven.
Graaf Willem II van Holland noemt in een koopovereenkomst met Duitse kooplieden voor het eerst de naam van een heer van Gouda, Theodoricus de Ghouda, ook bekend als Dirk van der Goude. Waarschijnlijk is de eerste motte (een versterkte omheinde burcht/fortificatie) in het gebied 'Achter de Kerk', ook voor dit jaar gebouwd. Rond deze motte was plaats voor een Markt en stond ook de eerste kerk, de voorloper van de Sint jan en enkele boerderijen.
Het wapen van Gouda met zes sterren dateert van later datum. De heren van der Goude hadden oorspronkelijk een wapen met twee sterren. Jan van der Goude (1375-1411) voerde als wapen een dwarsbalk van zilver met twee gouden sterren.
Het stadswapen van Gouda is een gedraaide, gespiegelde versie van het familienwapen van de familie Van der Goude. In de loop van de 15e eeuw veranderde het aantal sterren van twee naar zes.
Een theorie is dat in de op ontstaansjaar vastgelegde rangorde van de Hollandse steden, Gouda altijd de zesde plaats in nam. Dordrecht voert als oudste stad de lijst aan. Daarna volgden de anderen, "jongere“ steden. Omdat Gouda op de zesde plaats stond, besloot het stadsbestuur om het wapen zes in plaats van twee sterren te geven. Een andere theorie is dat de sterren al eerder voorkomen en dus een andere achterliggende reden moeten hebben.
Hoe dan ook, pas sinds 1816 ziet het wapen eruit zoals het er vandaag de dag uitziet. Een witte balk in het midden, de doornen en de kroon en aan beide zijden van de balk drie sterren. Het wapen werd is door de officiële Nederlandse raad van de Adel bevestigd.
Op 19 juli 2022 vieren we dat Graaf Floris V, (geboren in 1254 en vermoord in 1296), 750 jaar geleden stadsrechten aan Gouda verleende. Er waren zowel voor- als tegenstanders van de stadsrechten, omdat die rechten namelijk ook verplichtingen meebrachten. Floris verleende de rechten op verzoek van Nicolaas van Cats, die de voogd was van de achtjarige Sophie van der Goude, op dat moment erfdochter (erfgename) van de adelijke familie van der Goude.
Bij het verlenen van stadsrechten werden voor bewoners ook allerlei andere rechten officieel, zoals burgerschap, het doen van rechtsspraak en vrijheid van geloof.
De stad lag, met Dordrecht, aan een internationale scheepvaartroute, die de basis vormde voor haar ontwikkeling en latere rijkdom. Alle binnenscheepvaart in Holland werd gedwongen door Gouda te varen, waar tol werd geheven. De Gouwenaars hadden geen haast om de schepen door te laten varen, want de schepen en hun bemanning boden veel nijverheid en werkgelegenheid aan de burgers van de stad.
De gedwongen tol werd betwist door andere steden. Zo legde Leidschendam een overtoom aan op de plaats waar voorheen een dam lag, die de scheepvaart hinderde. Daardoor hoefde de scheepvaart niet meer langs Dordrecht en Gouda. Dit werd echter niet gepikt door deze twee steden en in 1492 trok een delegatie van bewapende Gouwenaars en Dordrechtenaren naar Leidschendam, waar ze de illegaal gebouwde sluis sloopten.
De route, nu bekend als 'de staande mastroute', bestaat voor het grootste deel nog steeds. Al is de oorspronkelijk doorgang door de donkere sluis middenin de Goudse Binnenstad op dit moment niet meer bevaarbaar en wordt de scheepvaart omgeleid via de Mallegatsluis en Turfsingel (of iets verder buiten de binnenstad via de Julianasluizen).
Het oorspronkelijke stadsrecht is helaas niet meer in bezit van de stad, wel het Vidimus, een bewijs dat een belangrijk persoon zegt het stadsrecht wel gezien te hebben, ook al bestaat het niet meer. Voor de 748e verjaardag van de 'stad Gouda'op 19 juli 2020 zocht in de Buurt één en ander uit.
Meer over dit onderwerpIn 1356 wordt Jan van Blois Heer van Gouda, de bestuurder van die tijd. Aan de molenwerf stond een korenmolen en er was al een eerste Waag. Bij de grote stadsbrand van 1361 brandde de eerste Sint Janskerk af en wordt een deel van de stadspoorten met toren de aanzet voor de bouw van het Kasteel van Gouda aan wat nu de Veerstal heet, in opdracht van Heer Jan van Blois.
Het werd in 1577 echter al gesloopt in opdracht van de toenmalige stadsbestuurders. Het eigenzinnige Gouda wilde niet het risico lopen dat de Spanjaarden er hun intrek zouden nemen. Een ander doel was zeker politiek, om meer vrij van de Staten van Holland te zijn.
Eén stadsmuur staat er nog en dikke muren van het kasteel zijn ook nog te zien aan metselwerk in het Houtmanplantsoen en delen onderaardse gangen onder de woonhuizen op deze plek. En als je kijkt naar molen 't Slot en de mooie panden ernaast, dan zie je met een beetje fantasie het oude kasteel weer staan...
Gouda had een belangrijke regionale functie en de graaf van Holland verleende daarom waag- en marktrechten aan Gouda. Al in 1395 ontstaat de kaasmarkt. Het stadsbestuur koopt dan een stuk grond in het midden van de stad om daar de Markt en kaasmarkt te situeren. De kaas werd voorheen namelijk op meerdere plekken in de stad verhandeld. Door de marktrechten was het boeren uit de ommelanden niet toegestaan om hun producten buiten de stad te verkopen. De wereldberoemde naam Goudse Kaas is dus niet ontstaan omdat de kaas hier gemaakt werd, maar omdat Gouda de stad was waar de kaas uit de omliggende dorpen en steden verhandeld werd.
Rond 1980 werd de handel op de Markt steeds minder en werd de Kaasmarkt omgevormd naar een toeristische vorm op initiatief van kaasmaker Vergeer. Iedere donderdagochtend in het zomerseizoen is deze kaasmarkt op de Markt van Gouda te zien, gebaseerd op de originele echte oude kaasmarkt. Meestal begint het seizoen de eerste week van april en eindigt het in het laatste weekend van augustus.
Meer over dit onderwerpHet was de tijd van Philips de Goede, de Hertog van Bourgondië en van de Hoekse- en Kabeljauwse twisten. Jacoba van Beieren was de dochter van graaf Willem VI van Holland en Margaretha van Bourgondië. Al op vijfjarige leeftijd werd ze uitgehuwelijkt aan een Franse prins, Jean van Touraine, een huwelijk dat 10 jaar later voltrokken werd in Den Haag.
Na het overlijden van haar vader erft ze op haar zestiende onder meer grote delen van het huidige Zuid-Holland. Na de dood van haar man trouwt Jacoba verschillende keren, meestal strategisch om haar machtspositie te versterken.
Ze trouwde onder anderen met Jan van Brabant met wie ze later in onmin raakte en die haar gebieden verpandde aan Jan van Beieren, haar oom. Ook trouwde ze met Humphrey van Gloucester, een vijand van Filips de Goede.
Als haar oom Jan van Beieren overlijdt vervallen de gebieden in Holland in feite weer aan Filips de Goede. Daarop nam Jacoba samen met de Hoeken de strijd tegen hem op in het gebied dat we nu het Groene Hart noemen, rond Gouda, Oudewater en Schoonhoven. Jacoba wist in september 1425 Schoonhoven te veroveren en ze won een gevecht bij de Gouwesluis.
Ze nam haar intrek in het kasteel van Gouda, waarvandaan ze de strijd tegen de Kabeljauwen in Holland voortzet. Winnen zou ze echter niet. In 1428 wordt Filips tot haar erfgenaam benoemd, ze mag niet trouwen en is in feite machteloos geworden. In 1433 geeft ze de strijd op en doet afstand van haar rechten.
Voor hun steun heeft Jacoba van Beieren de bekende miskelk aan de Goudse Schutterij geschonken. De kelk wordt nu bewaard in het toen al bestaande Catharina Gasthuis, het ziekenhuis aan de Oosthaven, waar later Museum Gouda werd gevestigd.
Foto van Wikipedia.
In 1438 vindt de tweede grote stadsbrand plaats, waardoor de stad grotendeels wordt vernietigd. Stadhuis en archieven gaan verloren, aan de Markt wordt grond bouwrijp gemaakt waarop het nog steeds bestaande gotische stadhuis zal verschijnen. Het stadhuis heeft in de loop der eeuwen zowel binnen als buiten grondige restauraties en veranderingen ondergaan. De rood-witte luiken bijvoorbeeld, zijn een typische 19e eeuwse toevoeging. Ook de beelden op de gevel zijn niet gelijk met de bouw geplaatst.
In 1455 wordt het Maria Magdalena Klooster gebouwd, dat na de reformatie gesloten werd en daarna verschillende herbestemmingen zou krijgen. Van textielfabriek en pesthuis tot kazerne en daarna als onderdeel van de veemarkt, de varkensmarkt. In 2020 opende hier de 'Cheese Experience', vlak naast het in 1988 geopende winkelcentrum Nieuwe Markt.
Meer over dit onderwerpRond 1466 wordt Erasmus geboren uit een buitenechtelijke relatie van een geestelijke met zijn huishoudster. Hoewel de geboorteplaats waarschijnlijk altijd een twistpunt zal blijven tussen Gouda en Rotterdam, groeiden hij en zijn één jaar oudere broer Pieter, op in Gouda. Erasmus ging naar de Latijnse school op de Markt (waar nu Arti Legi staat) en woonde in het Emmausklooster van Stein (het gebied tussen de wijk Kort Haarlem en Haastrecht) dat in 1549 afbrandde.
Erasmus was geen man voor de strenge regels van het klooster en vertrok om door Europa te gaan reizen, levend van zijn kennis en de werken die hij schreef.
Erasmus was al populair in zijn eigen tijd, toch bleef hij de Katholieke kerk trouw. Wel had hij regelmatig meningsverschillen met de kerk, onder andere vanwege zijn boek Lof der Zotheid uit 1509. Daarin drijft hij de spot met de Geestelijkheid en met de mens in het algemeen, die altijd zijn eigenbelang voorop stelt. Hij verdedigt het recht om de bijbel en heilige schriften kritisch te bekijken. Hij sprak zich in die tijd al uit over dat naar zijn mening ook vrouwen de bijbel zouden moeten kunnen lezen. Dat was in die dagen geen vanzelfsprekend gegeven.
In 2016 werd een door kunstenaar Marc Mulders ontworpen Erasmus-raam in de Sint-Jans-kerk onthult. Het ontwerp van dit moderne glas wijkt aanzienlijk af van de andere klassieke ramen. (Klik hier, voor meer Informatie over dit Goudse Erasmus glas).
In 1552 brandde de Sint-Janskerk na een blikseminslag af. Onder leiding van Cornelis Frederiksz van der Goude begon men met de wederopbouw. De beide broeders Dirck en Wouter Crabeth vervaardigden 72 wereldberoemde „Goudse Glazen“ voor de heropgebouwde kerk tussen 1555 en 1572. Beschilderde glas in lood ramen waren ook toen al een dure kwestie, vandaar dat er geldschieters werden gezocht om die glazen te financiëren. Filips van Spanje en Margaretha van Parma hebben allebei zo'n glas betaald en zijn dan ook met hun beeltenis te zien.
Er werd tevens opdracht gegeven voor de vervaardiging van nieuwe altaarstukken. Gouda werd niet echt door de beeldenstorm geraakt, in ieder geval niet de Sint Jan. De vele kloosters werden echter wel gesloopt dan wel herbestemd qua gebruik.
Voor de kerk na de reformatie werd overgedragen aan de protestanten werden alle altaarstukken zorgvuldig opgeborgen door het stadsbestuur. Bij de viering van het 600-jarig jubileum van de stadsrechten in 1872 werden deze stukken voor het eerst weer tentoongesteld, wat de basis vormde voor het ontstaan van Museum Gouda in het toenmalige Catharina Gasthuis.
Ten tijde van de tweede wereldoorlog werden de glazen uit de sponningen gehaald om beschadiging, dan wel vernietiging door bombardementen te voorkomen. De glazen werden in bekistingen, gemaakt op de nabijgelegen Molenwerf, opgeborgen. De kisten werden vervolgens opgeslagen in de duinen.
In 2016 werd een door kunstenaar Marc Mulders ontworpen Erasmus-raam in de Sint-Jans-kerk onthuld. Het ontwerp van dit moderne glas wijkt aanzienlijk af van de andere klassieke ramen. (Klik hier, voor meer Informatie over dit Goudse Erasmus glas).
In 1566 vond in Nederland de Beeldenstorm plaats, waar Gouda voor gespaard bleef. In 1572 kwam in Dordrecht de eerste vrije Statenvergadering van de Staten van Holland bij elkaar. De aanwezige steden bevestigden die dag Willem, de Prins van Oranje, in zijn positie als Stadhouder van Holland, Zeeland en Utrecht. Hij werd ook aangewezen als vervanger van de Spaanse Koning Philips de Tweede bij diens afwezigheid, als de Beschermheer van de Nederlanden.
Eigenlijk was dit het prille ontstaan van Nederland als onafhankelijk land en een afwijzing van de Spaanse overheersing van de Nederlanden. Dit vond plaats op dezelfde datum, 19 juli, als de verlening van de stadsrechten aan Gouda driehonderd jaar eerder.
Er waren afgevaardigden van de zes grootste steden van het graafschap Holland, te weten Dordrecht, Haarlem, Delft, Leiden, Amsterdam, Gouda en Oudewater, plus vertegenwoordigers van de staten en andere gewesten. Gezamenlijk benoemden zij de leden van de Staten-Generaal, een naam die nog steeds gebruikt wordt voor de verenigde vergadering van de Eerste en Tweede kamer in Den Haag.
De Vrijheid van Godsdienst was een belangrijke onderwerp van de eerste Statenvergadering, te meer omdat Filips uit alle macht het protestantisme probeerde te onderdrukken. Al had hij gezworen dat de voorrechten van de adel gerespecteerd zouden worden, toch vertrouwden zij de Spaanse koning niet en voelden ze zich bedreigd. Ze kwamen in opstand met Willem van Nassau, de prins van Oranje als leider. De datum 19 juli 1572 betekent dat ook de Statenvergadering van Dordrecht in 2022 een jubileumjaar heeft.
Foto: plaats van de eerste Statenvergadering in Dordrecht, foto Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.
De in 1522 in Amsterdam, in een katholiek gezin geboren Dirck Volkertsz. Coornhert, ontpopt zich als een vurig vertegenwoordiger van het vrije woord en de vrijheid van religie. Net als Erasmus is hij een belangrijke, maar veel minder bekende humanist. Coornhert gelooft niet in de Erfzonde, dat de mens door de fout van Adam en Eva voor altijd zondig zou zijn. Bovendien is hij bevriend met Willem van Oranje. De Spanjaarden zien hem daarom als een opruier en zetten hem in de Gevangenenpoort in Den Haag gevangen.
Coornhert is de eerste die gelooft dat er een verband bestaat tussen de armoede, de sociale en economische positie van mensen en de criminaliteit waartoe zij kunnen vervallen. Hij pleitte ervoor om gevangenen tijdens hun gevangenschap voor te bereiden op het leven erna.
Coornhert verzette zich tegen de vervolging van ketters in de Spaanse tijd, maar als de protestanten aan de macht komen blijft hij zijn geloof in de vrije wil, de goedheid van de mens, de vrijheid van Godsdienst en vrijheid van geweten uitdragen, waardoor hij weer op de vlucht moet.
Hij werd door toedoen van de gereformeerden verbannen uit Delft en kwam daarop terecht in het vrijere Gouda, waar hij al twee jaar later, in 1590 overleed. De gevelsteen aan de Oosthaven die Coornhert eert, is geplaatst in een pand dat later gebouwd werd op de plek waar een aantal huizen stond en waar Coornhert in één daarvan heeft gewoond.
Meer over dit onderwerpDoor de aanwezigheid van klei in de rivieren rondom Gouda ontstond al vroeg een aardewerkindustrie. De industrie was zieltogend in 1617 toen de door het 12-jarig bestand werkloos geworden militair in het Staatsleger, de Engelsman Willem Baernelts, begon met het maken van Goudse pijpen en zo een nieuwe impuls aan de aardewerkindustrie gaf. De pijpen werden wereldberoemd en in 1660 werd zelfs het pijpenmakersgilde opgericht. Toen de houten pijp in zwang raakte verloor de Goudse kleipijp zijn populariteit. Tot ver in de 20e eeuw werden echter in Gouda door Goedewaagen nog pijpen en plateel gemaakt. Nu zijn er nog enkele ambachtelijke pijpenmakers in Gouda, zoals Kees Moerings en Patrick Vermeulen.
In 1749 werd Pieter Dirksz van der Want gediplomeerd pijpenmaker. Een bekende familienaam in Gouda, hij en zijn nazaten geven wederom een nieuwe impuls aan de Goudse aardewerkindustrie met het bekende Gouds plateel. Plateel is sieraardewerk gemaakt met de techniek 'faience'. Het aardewerk wordt eerst gebakken in de oven waarna een 'biscuit' ontstaat. Na beschilderen en glazuren wordt het weer gebakken, waarbij de handgeschilderde motieven in het aardewerk worden gebrand. De hoogtijdagen van de industrie liggen rond 1920-1930 als de Jugenstil en Art Deco populair worden.
De familie van der Want is betrokken bij de plateelfabriek in de Kuiperstraat, Ivora, fabriek Hollandia (later Regina, aan de Oosthaven) en Zenith in de Korte Akkeren, waar de familie Hoyng lang de scepter zwaaide. De bekendste plateelfabriek is de Koninklijke Plateelfabriek Zuid-Holland Gouda, kortweg Plazuid genoemd, met het bekende Lazaruspoortje als merkteken.
Na de oorlog neemt de belangstelling voor sieraardewerk snel af. In 1965 stoppen Ivora en Plazuid. Regina en Zenith gaan door tot respectievelijk 1979 en 1984. Tegenwoordig is er nog een handvol kleine aardewerkfabrieken als De Drietand en Montagne en is er nog een ambachtelijke plateelschilderes actief, Trudy Otterspeer aan de Hoge Gouwe.
Nog steeds leren we op school dat 1672 het Rampjaar was voor het jonge Nederland, omdat toen Frankrijk, Engeland en de Duitse bisdommen Munster en Keulen tegelijkertijd de oorlog verklaarden aan de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Een militaire verdedigingslinie was noodzakelijke om al die agressie te weerstaan en zo ontstond de Oude Hollandse Waterlinie.
De linie ligt grofweg tussen het IJsselmeer en de Biesbosch, en Gouda ligt net aan de rand ervan. Sommigen mensen rekenen Gouda wel mee als één van de steden van de line, anderen vinden dat Gouda niet een echte versterkte vestingstad is zoals de andere steden. Heel lang waren de Oud Hollandse- en de de Nieuwe Hollandse Waterlinie de basis van de Nederlandse verdediging tegen invasies, waarbij het onderwater zetten van landerijen de belangrijkste handeling was. Aanvankelijk begint het verzet met boten maar er werden steeds meer verdedigingswerken langs de line gebouwd, forten, schansen en bastions. Het rampjaar 1672, 400 jaar na de verlening van de stadsrechten aan Gouda en dus is 2022 ook voor de OHWL een jubileumjaar.
Meer over dit onderwerpIn 1702 wordt het Hofje van Jongkind voor alleenstaande dames in gebruik genomen, nu een horecagelegenheid, waar de huisjes te bezoeken zijn. De molens aan de Vest (Roode Leeuw, 1727 en de Korenbloem, 1751) worden herbouwd.
Moreau gaat het orgel in de Sint Jan bouwen, het oude orgel wordt verkocht. Aan de Lange Tiendeweg wordt voor de schutterij de Sint Jorisdoelen gebouwd. Bij de huidige museumhaven wordt alweer de derde Mallegatsluis gegraven/gebouwd. Er wonen al zo'n 20.000 inwoners in Gouda, maar dat aantal fluctueert door de eeuwen heen!
In 1756 wordt de medicus, latere hoogleraar en naamgever van het ziekenhuis, Jan Bleuland aan de Hoge Gouwe geboren. Hij komt in 1838 te overlijden.
Meer over dit onderwerpAnna Barbara van Meerten-Schilperoort, geboren in 1778 te Voorburg, was een bijzondere dame die paste in de Goudse traditie van tolerantie, ondernemingslust en het brengen van vrije woord, al is ze veel minder bekend dan Coornhert en Erasmus. Ze was een maatschappelijk betrokken vrouw die op haar 16e trouwde met de Hervormde predikant Hendrik van Meerten. Hij kreeg in 1796 een aanstelling in Gouda.
Anna Barbara wilde haar kinderen zelf lesgeven en om dat te kunnen doen begon ze boekjes te schrijven. Toen bleek dat die boekjes succes hadden, besteedde ze steeds meer tijd aan haar schrijfwerk. Dat was in die tijd heel bijzonder voor de Gouwenaars en Nederlanders. Haar moeder zorgde voor het huishouden en die rare eigenzinnige Anna Barbara legde zich toe op het schrijven van haar geschriften.
Haar man stimuleerde haar werk. De Fransen hadden een eind gemaakt aan het protestantse bewind van de Oranjes en als dominee verdiende hij niet genoeg om het gezin te onderhouden. Anna's boekjes hielpen het gezin te overleven.
Ze studeerde af en werd onderwijzeres. Met haar dochters begon ze toen een school voor meisjes voor leerlingen uit families die deze 'elitaire' school konden betalen. Anna investeerde veel in de kinderen met wat we nu maatschappijleer zouden noemen. Ze schreef veel boeken, van reisboeken tot geschiedenis- en taalboeken en bijbelse verhalen voor kinderen.
Anna was ook degene die de 'Opzij van die tijd' uitbracht en redactrice werd van het vrouwenblad Penélopé. Een maandblad voor vrouwen. Kortom een dame die niet op de tijdlijn van Gouda750 mag ontbreken.
Meer over dit onderwerpGouda was altijd al een bedrijvige stad, denk aan het maken van (Gouds Kuyt)bier, pijpen, kaas en allerhande andere ambachten. Met de industrialisatie veranderde het beeld en ontstaan industrieën die beeldbepalende Goudse producten gingen ontwikkelen.
Bekende voorbeelden zijn natuurlijk de Goudakaarsen van de Stearinekaarsenfabriek, die in 1858 werd opgericht, nu een chemisch bedrijf met zeer markante destillatietorens, die ver buiten Gouda te zien zijn. Er werden veel wasserijen gevestigd, met name rond de singels om de Goudse binnenstad. De uitgever van woorden- en kinderboeken Van Goor (in 1839) en de Goudse Machinefabriek (1916) worden opgericht.
Natuurlijk ook het al genoemde Gouds plateel, de stroopwafelfabrieken en veel andere bedrijven. Decennialang drukten zij hun stempel op de stad en bezorgden zij de naam Gouda tot ver buiten de landsgrenzen wereldfaam.
Nog steeds is Gouda een ondernemende stad. Er vestigen zich veel groothandels en industrieën, die moderne technologie gebruiken of vervaardigen zoals in de wegenbouw, fabricageprocessen, autoindustrie, ICT en noem maar op. Ook het MKB is nog steeds goed vertegenwoordigd in de stad, ruim 65% van de winkels en horeca in de binnenstad zijn zelfstandig kleine en middelgrote ondernemers. De ondernemers weten elkaar te vinden en zijn goed georganiseerd.
De stroopwafel of siroopwafel is echt Gouds en niet te vergelijken met wat supermarkten in hun winkels verkopen. Nog steeds is het gebruikelijk in Gouda om van mening te verschillen over wat de favoriete wafel is, van alle nog bestaande wafels zijn 'fanclubs'.
De Bakkers waren zelfstandige ondernemers, waardoor het moeilijk is om precies vast te stellen wanneer de Goudse stroopwafel nu precies is uitgevonden. Kamphuizen begon in 1810 met het bakken van zijn eigen siroopwafel, volgens een uniek recept. In 1837 wordt de Goudse Siroopfabriek gevestigd.
Al snel werden er andere varianten gemaakt, zowel met stroop als siroop, stroopkoeken van Adeco en het stroopkoekje van Punselie. Adriaan de Groot, later bakkerij Wever, begon in 1860 het siroopwafelijzer te gebruiken. Nog steeds zijn de wafelijzers te zien op braderieën en markten om op kleine schaal wafels te bakken. Stroopwafels werden oorspronkelijk gemaakt van oude deegsnippers, niet van gemaakt deeg zoals nu. Omdat het een restproduct was, was het goedkoop en betaalbaar voor iedereen.
Al enige tijd proberen stroopwafelbakkers van buiten Gouda, vooral gericht op toeristen rond Amsterdam, de naam Goudse stroopwafel te veranderen in Dutch Waffel of Hollandse wafel, maar dit is eigenlijk een falsificatie van de geschiedenis. De stroopwafel dan wel siroopwafel is een echte Goudse uitvinding. Van de vele tientallen stroopwafelbakkerijen zijn er nog maar een handvol over.
Nog steeds kun je de zoete koekgeur ruiken in de stad als er gebakken wordt, zij het niet meer zo algemeen als tot in de jaren 70. In 2020 worden er weer Kamphuizenwafels gemaakt in de stroopwafelexperience aan de Markt, Van den Berg (v/h Van Van Vliet) bakt nog in de originele fabriek aan de Lange Groenendaal. Punselie maakt nog steeds zijn vermaarde stroopkoekjes in de Tuinstraat en allen zijn te bezoeken. Markus bakt Goudse stroopwafels in het nabijgelegen Waddinxveen.
Meer over dit onderwerpPas in de twintigste eeuw breidt Gouda langzaam uit buiten de historische binnenstad en singels. De Korte Akkeren en Kort Haarlem ontstaan in de eerste twintig jaren van de 20e eeuw. Vanaf de jaren vijftig tot negentig worden Oosterwei, Bloemendaal en Goverwelle aangelegd.
In de jaren zestig arriveren de 'gastarbeiders' op uitnodiging van de Nederlandse regering om het door de oorlog ontstane tekort aan arbeidskrachten op te lossen. Er komen veel nieuwe Gouwenaars de stad versterken (inmiddels bijna 130 nationaliteiten), waarvan de Nederlanders met een Marokkaanse achtergrond de grootste groep vertegenwoordigd. Het aantal inwoners stijgt tot meer dan 70.000.
Met name Compaxo en andere Goudse bedrijven wierven bewust Marokkanen omdat ze hard werkten, niet zeurden of protesteerden en van plan waren snel terug te gaan als ze geld verdiend hadden. Gouda werd gezien als een ‘slaapstad’ door de Haagse ambtenaren.
Naast de stadsuitbreiding worden in deze eeuw helaas ook veel monumenten gesloopt en grachten gedempt omdat voorgaande colleges Gouda in de vaart der volkeren op wilden stuwen en met ideeën kwamen als een snelweg aanleggen dwars door de binnenstad om ruim baan te geven aan het nieuwe fenomeen de auto. Gelukkig blijft er ook veel gespaard, waardoor Gouda nog steeds een mooie historische binnenstad heeft en veel te bieden heeft aan het groeiend aantal bezoekers. In 1972 viert Gouda uitgebreid haar 700 jarig bestaan als stad.
En weer breidt Gouda uit, na recente uitbreidingen in Achterwillens wordt een geheel nieuwe woonwijk aangelegd in het poldergebied achter de Julianasluizen, Westergouwe. Een knap staaltje, want deze wijk ligt in het laagste gebied van Nederland, ruim onder de zeespiegel. Al ruim voor de eeuwwisseling werd er gesproken over onteigeningen van boerderijen en de aanleg van een randweg en eventuele bouw in het gebied. Rond 2005 worden de plannen concreter, de randweg is aangelegd en dit gebied wordt geheel bestemd voor een duurzame waterrijke nieuwbouw wijk. De eerste woningen werden begin 2016 opgeleverd.
Foto: Westergouwe.nl
In 1914 werd in de Krugerlaan wetenschapper-dichter en humanist Leo Vroman geboren, die aan het begin van de Tweede Wereldoorlog Nederland ontvluchtte naar Engeland. Nederland en Gouda bleven grotendeels gespaard voor de Eerste Wereldoorlog, maar kregen wel te maken met de komst van vluchtelingen uit België, waarvoor aan de Graaf Florisweg een opvangkamp werd ingericht.
De Tweede Wereldoorlog ging echter niet onopgemerkt voorbij, verdwaalde bommen vernietigden het station en woningen aan onder andere de Fluwelensingel en de Krugerlaan. Burgemeester James werd aan het begin van de oorlog ontslagen en keerde na de Duitse capitulatie terug als burgemeester. Vele stadsgenoten werden weggevoerd, waaronder de hele joodse bevolking van de stad, ze kwamen allen om.
Nu herinneren o.a. de voormalige synagoge aan de Turfmarkt en het Joodse poortje van de voormalige Joodse begraafplaats aan de Boelekade nog aan de eens bloeiende Joodse gemeenschap. Het poortje werd in 1980, na het verplaatsen van de graven van het Joodse Kerkhof aan de Boelekade naar Israël, opnieuw opgebouwd als oorlogsmonument in het Raoul Wallenbergplanstoen.
Sinds 2011 worden 'stolpersteine' (struikelstenen) geplaatst bij panden in de stad waarvan de Joodse bewoners in de Tweede Wereldoorlog door de nazi's werden weggevoerd. De stolpersteinen worden in veel Europese steden geplaatst op initiatief van de in Berlijn geboren beeldend kunstenaar Gunter Demnig. Voor Gouda heeft vooral jazz-zangeres Soesja Citroen zich ingespannen om het project mogelijk te maken.
.
stolpersteine
.
Godlof
hun namen worden gered
keren terug in de stad
waar zij woonden
de weggevoerden
in de straat waar hun huis staat
in de stoep waar hun voetstap ligt
zal hun leven
en
na de wegvoering
hun niet-meer-leven
leesbaar zijn
leesbaar voor ieder
die daar even stil zal staan
stil zal zijn
in hun namen keren zij weer
inez meter - stadsdichter Gouda 2003
Al jaren neemt het aantal bezoekers aan Gouda gestaag toe, om in het jaar 2018 het miljoen te overschrijden. Daarvoor is veel werk verzet door de stad, o.a. met het binnenhalen van Landelijke evenementen. Van de eerste editie van The Passion in 2011, de Zandtovenaar in 2012, de landelijke intocht van Sint Nicolaas in 2014 (waarbij de discussie over Zwarte Piet landelijk nieuws werd) tot de doorkomst van de Tour de France in 2015 en Roze Zaterdag in 2018.
Jaarlijks zijn er veel evenementen. Grote Konings- voorheen koninginnedagfeesten en vele muziekfestivals trekken inmiddels duizenden bezoekers. De wekelijks Kaasmarkt van april tot en met augustus, Gouda bij Kaarslicht, de Goudse keramiekdagen, de Singelloop, Zotte Zaterdag rond Erasmus en talloze andere evenementen als het Paasontbijt, dancefestival Riverdale en het SupercooleKidsfeest zorgen voor een levendige stad en een gestage stroom bezoekers van binnen en buiten de stad.
De Gouwenaars steken veel energie in de stad en samenwerking, dat betaalde zich uit in o.a. Beste Binnenstad, Beste Bibliotheek, Beste Warenmarkt, meest gastvrije theater, Beste Evenementenstad etc.
Gouda is van ons allemaal, hier mag je zijn wie je bent, in de traditie van de grote 'Goudse' vrijdenkers als Coornhert, Erasmus en Vroman. Er zijn talloze plannen voor Gouda750, ook in de waardevolle traditie van tolerantie die we als stad moeten koesteren. Heb je ook een idee of plan voor de feestperiode? Stuur dan een mail naar info@gouda750.nl